De Bijtende Rechter™ is natuurlijk niet echt een schattig hondje met een stok maar een arbiter conform Art. 1019 e.v. van Boek IV van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De procedures vastgelegd in die artikelen betekenen kort gezegd dat partijen met elkaar kunnen overeenkomen (ook achteraf, dwz: ad hoc) om hun geschil voor te leggen bij een Arbiter die dan een doorslaggevend oordeel of vonnis over de kwestie zal mogen vellen.
Partijen verbinden zich wederzijds de uitspraak te respecteren en ten uitvoer te leggen en kunnen zich zo nodig bij laten staan door een deurwaarder indien executie van het vonnis noodzakelijk blijkt.
Voor de precieze wet- en regelgeving verwijzen we u gemakshalve naar Boek IV van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering .
Termijnen / doorloopsnelheid
De Bijtende Rechter™ hanteert in principe de termijnen zoals omschreven in de Arbitragewetgeving.
Daar waar partijen overeenkomen dat er sprake is van spoed situaties en zij dus uit eigen beweging afzien van de regulier en wettelijk aan hen vergunde termijnen, kunnen de termijn en doorloopsnelheid beperkt worden tot 72 uur in eerste instantie en tot zelfs 3 uur in noodsituaties.
Het afstand van dit recht op deze termijnen is niet een verweersgrond achteraf om de procedure (en/of het vonnis zelf) aan te mogen vallen.
Electronische communicatie
Partijen kiezen voor communicatie onderling en met het scheidsgerecht en de arbiter via electronische weg. Hiertoe worden specifieke electrische communicatie kanalen goedgekeurd door partijen, scheidsgerecht en arbiter. Dit gedurende de procedure en voor het uitspreken van het vonnis. Indien één der partijen, of het scheidsgerecht of de arbiter onverhoopt de communicatiemethode moet wijzigen, zullen communicaties alleen NA het ontvangen van een dergelijk verzoek via een nieuw (electronisch) communicatiekanaal verzonden worden. De procedure loopt in dergelijke situaties door en termijnen kunnen derhalve verdampen. We raden rechtzoekenden derhalve aan om robuuste communicatiemiddelen en -methodes te gebruiken, waar het risico op verlies van toegang nihil is.
Overmacht
In situaties waarbij rechtzoekenden tijdelijk of permanent wegens overmacht niet actief deel kunnen nemen aan de afwikkeling van de arbitrale procedure, zal per situatie door de arbiter geoordeeld worden of en zo ja, hoe, er verder gegaan kan en moet worden. Gemakshalve verwijzen we rechtzoekenden naar de laatste artikelen in Boek IV van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Praktijkvoorbeelden
Voorbeelden uit de praktijk die bekendheid genieten bij het grote publiek zijn bijvoorbeeld De Rijdende Rechter formule, Case Closed, Judge Judy en meer van dergelijke gedramatiseerde infotainment programma’s. Bij dergelijke programma’s wordt de casuïstiek vaak “geleend” uit “echte” cases van echte rechtzoekenden en dan via acteurs in tv studio’s vertolkt.
Bij De Bijtende Rechter™ werkt de formule vergelijkbaar maar niet 100% het zelfde. Partijen geven De Bijtende Rechter™ gezamenlijk opdracht tot het beslechten van het door hun doorgegeven geschil en hier rolt een uitspraak uit, op basis van het geen er door partijen wordt aangeleverd.
Het grote verschil:
In tegenstelling tot de bovengenoemde media/infotainment formules, biedt De Bijtende Rechter™ expliciet GEEN incentives aan partijen voor deelname aan de arbitrage door het overnemen van de kosten bij veroordeling. U en de wederpartij betalen ieder uw eigen kosten vooraf en bij een eventuele veroordeling, betaalt de veroordeelde partij de kosten waartoe ze veroordeeld zijn.
Deze kosten worden dus niet (over-)gedragen aan De Bijtende Rechter™ zoals bij de infotainment programma’s als Judge Judy als “betaling” voor het kopen van de intellectuele eigendomsrechten van uw geschil voor publicatie en monetisatie.
Publicatie nadien:
In specifieke interessante cases kan (pas enige tijd na het definitief worden van het vonnis en dus na het defnitief verlopen zijn van de indieningstermijn voor een arbitraal hoger beroep) het media productie bedrijf namens De Bijtende Rechter™ cliënten benaderen over het gezamenlijk produceren van één of meer videos, boeken en andere media (digitaal of via welk ander medium dan ook) voor monetisatie doeleinden, waarbij de rechtzoekenden eventueel ook tijdens de opnames door acteurs vertegenwoordigd mogen worden.